Media en machtsmisbruik

Het zojuist uitgebrachte onderzoeksrapport van de commissie-Van Rijn schetst een duidelijk beeld van de werkcultuur bij de publieke omroep. Jonge vrouwen en homoseksuele mannen worden als lustobject benaderd, presentatoren vertonen ‘zonnekoninggedrag’ en jonge moeders krijgen ‘moederschapsstraf’.

Het afgelopen jaar sprak de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur (OGCO) met bijna tweehonderd omroepmedewerkers. Ook werd er een enquête gehouden onder (oud-)medewerkers. Hun ervaringen liegen er niet om, blijkt uit het 204 pagina’s dikke rapport dat donderdagmorgen werd gepubliceerd. Daarin staan tal van zorgelijke uitkomsten. Dit zijn de belangrijkste:

1. Driekwart van de 190 medewerkers maakte pesten mee

De commissie-Van Rijn: ‘Zij gaven aan dat hen kansen in het werk zijn ontnomen – zoals doorgroeien naar andere functies, het passeren voor promoties – waarbij hen ook kansen zijn aangereikt enkel om ze later weer weg te nemen.’ Andere voorbeelden: pestgedrag op basis van persoonlijke eigenschappen, zoals gewicht of uiterlijk, en het tegenwerken van re-integratie.

2. Bij NOS is pesten en intimidatie aan de orde van de dag

Bij NOS Nieuws en NOS Sport wordt nog meer gepest dan bij de rest van de publieke omroep. 85 procent van de medewerkers (Sport) en 83 procent (Nieuws) zegt het afgelopen jaar met pesten in aanraking te zijn gekomen. Ook intimidatie lijkt bij NOS Sport aan de orde van de dag. 56 procent van de medewerkers die meewerkte aan het onderzoek, zegt het te hebben meegemaakt. Bij de rest van de publieke omroep is dat 26 procent. Ondanks de stappen die de NOS al heeft gezet, is er nog steeds sprake van (veel) meer grensoverschrijdend gedrag dan bij de rest van de publieke omroep, concludeert de commissie.

3. Seksuele grappen op de werkvloer vaak gemaakt

In de gesprekken noemden medewerkers voorbeelden van seksuele opmerkingen die zich vaak direct richten tot een persoon. Bijvoorbeeld: ‘je broek zit heel leuk strak’, ‘wil je mijn wortel zien?’, ‘heb je weleens geneukt?’, ‘waarom heb je dat rokje van vorige week niet aan?’, vrouwelijke collega’s aanspreken als ‘poesje’, en vragen aan vrouwelijke collega’s ‘wie zou je liever pijpen, mij of …?’ Medewerkers die zich zichtbaar ongemakkelijk daarbij voelden werden preuts of verlegen genoemd. Seksuele opmerkingen richtten zich doorgaans op personen, maar vonden ook meer publiekelijk plaats op de werkvloer, met name onder mannelijke medewerkers.

4. Jonge vrouwen en homoseksuele mannen als lustobject gekeurd

‘Meerdere medewerkers spreken over situaties waarin met name vrouwen, maar ook jonge (homoseksuele) mannen worden ‘gekeurd’ en ‘geselecteerd’ op basis van hun uiterlijke verschijning in plaats van hun werkgerelateerde capaciteiten. Een vaak genoemd voorbeeld is dat vrouwelijke medewerkers voor kantoorfuncties zijn aangenomen omdat ze er aantrekkelijk uitzien. ‘Een diverse malen genoemde uitspraak in dit verband: ‘Ze functioneert niet, maar ik vind haar wel leuk om naar te kijken. Dus ze mag blijven’.’

5. Vrouwen en homoseksuele mannen seksueel benaderd

De commissie-Van Rijn: ‘Voorbeelden hiervan zijn: het herhaaldelijk verstrekken van uitnodigingen naar andere locaties dan de werklocatie – een hotel, thuis, een natuurgebied, een fotostudio – waarbij het onduidelijk was of het om een werkafspraak ging, vragen om bij medewerkers thuis langs te mogen komen, vragen om een keer af te spreken voor een drankje, vragen aan medewerkers of ze mee willen rijden met de intentie tot seksueel contact, en aanhoudend flirten tijdens het werk. Toespelingen vinden daarbij in persoon plaats, maar ook via berichtjes of appjes.’

6. Ruim 55 procent had met seksisme te maken

‘Uit de gesprekken blijkt dat uitingen van seksisme zich voordoen op de werkvloer, maar soms ook daarbuiten. Hierbij is vaak sprake van significante leeftijdsverschillen – in sommige gevallen meer dan veertig jaar – en machtsverschillen tussen diegenen die het overkomt en de agressors.’ Seksistische uitingen zijn met name afkomstig van mannen, aldus de commissie. ‘Daarnaast is er ook een klein aantal meldingen over vrouwen die zich vanuit een ongelijkwaardige machtspositie seksistisch uiten tegenover andere vrouwen of hun werk saboteren.’

7. Discriminatie wordt door ruim een kwart benoemd

Discriminatie vindt plaats ‘op basis van spraakaccent, lichamelijke of verstandelijke beperking, het hebben van een ggz-geschiedenis, lichaamsbouw, sociale klasse of leeftijd’.

8. Medewerkers van kleur ervaren racisme

‘Meerdere medewerkers van kleur geven aan dat zij bij de publieke omroep niet als gelijke worden beschouwd.’ Racisme vindt plaats via racistische woordkeuze, gebruik van bijnamen, racistische opmerkingen en uiterst racistische en denigrerende grappen, al dan niet in het bijzijn van het slachtoffer. ‘Als oorzaak noemen medewerkers van kleur dat er weinig ruimte is voor mensen die afwijken van de norm, en dus ‘anders’ zijn.’ Resultaat is dat zij veelal in lagere functies werken, stelt de commissie-Van Rijn. Als journalist of redacteur van kleur worden journalistiek-inhoudelijke bijdragen pas serieus genomen als ze het beeld van de status quo bevestigen. Medewerkers van kleur voelen zich structureel onderschat, zo blijkt uit de gesprekken.

9. Non-verbale intimidatie komt veelvuldig voor

‘In de gesprekken zijn vele voorbeelden genoemd van non-verbale intimidatie, zoals het slaan met deuren, het slaan op tafels, het trappen tegen voorwerpen zoals prullenbakken en stoelen, en het gooien met voorwerpen zoals telefoons, glazen, stoelen en kantoorartikelen.’ Ook zijn incidenten benoemd waarin agressors ‘bij mensen thuis zijn langs geweest, naast medewerkers zijn gaan zitten om hen te wijzen op iedere kleine fout in hun werk en het werk van medewerkers voor hun neus in de prullenbak gooiden’.

10. Meermaals fysieke intimidatie

Er hebben zich verscheidene uitingen van fysieke intimidatie voorgedaan: ‘collega’s die bij hun keel gegrepen zijn, collega’s die over tafel getrokken werden, collega’s die tegen de muur gedrukt zijn, neus aan neus staan met collega’s, collega’s die fysiek tegen de grond geduwd zijn, collega’s die in hun gezicht gespuugd zijn, en collega’s die aan hun arm vastgepakt zijn.’

11. Zwangere vrouwen en jonge moeders gediscrimineerd

Vrouwelijke medewerkers noemen diverse voorbeelden van zwangerschapsdiscriminatie, waaronder ‘het (dreigen met) ontslag vermoedelijk vanwege zwangerschap of kinderwens’ en het uitspreken van beperkingen op zwangerschap door op de werkvloer te verkondigen ‘dit seizoen mag niemand meer zwanger worden’.

Ook zijn meldingen gedaan van de zogenaamde ‘moederschapsstraf’, waarbij de wettelijke rechten van moeders met jonge kinderen, zoals de aanpassing van werktijden of extra pauzes om tijdens de eerste maanden borstvoeding te geven, lastig of onmogelijk werden gemaakt.

12. Dj’s en presentatoren zijn zonnekoningen

‘Vooral bij dj’s en presentatoren herkennen geïnterviewden ‘egocentrisch leiderschap’. Zij worden beschreven als narcisten, zonnekoningen. De dj’s en presentatoren wanen zich onaantastbaar, omdat ze door de directie vaak bijzondere privileges en een grote status kregen toegekend.’

13. Matthijs van Nieuwkerk gedroeg zich grensoverschrijdend

DWDD-presentator Matthijs van Nieuwkerk wordt in het bijzonder uitgelicht. De commissie herkent in zijn gedrag twee patronen. De eerste: ‘frequente, disproportioneel heftige en negatieve verbale uitlatingen’. De tweede: onvoorspelbaarheid in Van Nieuwkerks gedrag, zowel richting personen als op inhoud. De commissie sprak ook met Van Nieuwkerk zelf. Die stelt zich niet bewust te zijn geweest van de druk die medewerkers door zijn gedrag voelden. Ook herinnert hij zich niet dat hij is aangesproken op zijn gedrag.

14. Omroep WNL springt er negatief uit

Omroep WNL springt er in het onderzoek-Van Rijn negatief uit. 29 procent van de WNL-medewerkers die de vragenlijst van de commissie invulden, gaf hun werktevredenheid een rapportcijfer van 5 of lager. Bij de andere omroepen was dit 9 procent.

(oorspronkelijk in Parool David Bremmer en Chris van Mersbergen1 februari 2024)

Computers en machtsmisbruik

De eerste echte computer werd ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog om de Duitse onderzeeboten te kunnen vinden. Die gebruikten gecodeerde berichten die via de “Enigma” (een opgevoerde typemachine met rollen die elke letter codeerden; aanvankelijk 3, later 4 rollen, bleken uiteindelijk onvoldoende om de Britten op Fletchley Park te misleiden) werden gemaakt en via de Nederlandse kortegolfzender op de Veluwe (bedoeld voor contact met Nederlands-Indië) werden verstuurd. Dr. Von Neumann wist met deze eerste computer de Atlantische zee terug te krijgen, van eminent belang voor het winnen van de oorlog. En zo was de eerste computer al direct een machts-middel.

Hierna begon IBM grote rekenmachines te bouwen voor het bedrijfsleven. Wie middels de juiste berekeningen werkte, kon efficiënter werken dan wie dit niet deed. De bouw van het World Trade Center in Manhattan zou niet mogelijk zijn geweest zonder computer die exact bepaalde wanneer alles aan- en afgevoerd werd via de drukke straten van deze wereldstad. Intussen werden computers ook ingezet in het leger. Met name de luchtmacht die met de F-16 overstapte op ‘fly by wire’ wat later ook in commerciële vliegtuigen toegepast werd. Maar ook de marine die al vroeg ‘fire control’ rekenmachines gebruikte, die het traject berekende van projectielen, en zo in staat was om doelen op 24km afstand te bereiken, was blij met de nieuwe uitvinding. Voor het reguliere grondleger maakte de computer allerlei scenarios die het minutieus uitwerkte. Tijdens de Koude Oorlog wist men in het Westen niet goed hoe ver de Soviet Unie was met hun computers. Toen de Russen in staat waren om als eerste een satelliet over de VS te laten vliegen was er grote paniek; honderden miljoenen Amerikanen hadden geen idee dat het slechts een object ter grootte was van een voetbal, die eerste Sputnik. Computers hadden destijds nog het formaat van een doorzonwoning, dus kon die niet in de satelliet passen. Hooguit konden de Russen wat vluchtgegevens doorgestuurd krijgen naar hun eigen computer. De film ‘War Games’ ging over beide supermachten die hun computers met elkaar lieten communiceren, waarbij de menselijke taal al snel niet nodig was voor de rekenmachines.

Op dit moment is Silicon Valley oppermachtig in de wereldeconomie. Vrijwel iedereen met voldoende talent en inzet kan er komen werken, de bedrijven regelen een verblijfsvergunning als je flink doorwerkt. Maar er is een keerzijde aan deze enorme macht van het digitale bedrijfsleven: het wonen in Silicon Valley is vrijwel onbetaalbaar. Dus moet je in een camper ‘survivallen’ of met vijf tot tien anderen een huis delen. Betaalbare woningen bestaan niet in het aantrekkelijke Californië, dat overal ‘zones’ heeft waarin niet gebouwd mag worden, omdat de huidige bewoners dat niet graag hebben. Natuurlijk zorgt dit ook voor een enorme opwaartse druk in de woningmarkt, waardoor die mensen slapend rijk werden. Ik hoorde van een receptioniste dat ze gewoon voor de hobby en sociale contacten werkte, maar eigenlijk niet hoefde. Maar anderen stellen je heel veel vragen als je eenmaal in die computervallei hebt gewerkt, het geeft aanzien.

Op dit moment is het oorlog, zoals de meesten van ons wel doorhebben. Sommige paniekzaaiers spreken over de ‘derde wereldoorlog’, andere angsthazen over ‘de great reset’ en in de praktijk merken we allemaal wel een verschuiving die Covid veroorzaakt heeft. Directeuren hebben graag dat hun werkers terug naar kantoor gaan, terwijl intussen is aangetoond dat het geen merkbaar positief effect heeft; journalist Peter Berger heeft hierover onlangs een artikel gepubliceerd. Het is een kleine machts-strijd tussen de werkgevers en werknemers, waarbij de laatste groep weet dat de eerste groep ze nodig heeft, en dus eisen kan stellen. Waarvan de voornaamste is: thuiswerken. Of ze vinden een nieuwe baan.

Die oorlog kwam deze week in het nieuws, toen China weer eens druk bezig was om Amerika te hacken. In onze moderne wereld zijn modems, routers en andere computernetwerk faciliteiten even belangrijk als bruggen en verkeersknooppunten in het autoverkeer, of sluizen, havens en stuwen in het scheepsverkeer. Microsoft medewerkers ontdekten nieuwe computercode in deze hardware, die gewist werd, waarbij natuurlijk eerst een kopietje gemaakt werd van de malicieuze code om te kunnen checken wat het precies doet.

Nu TikTok, zeg maar een Chinese Instagram ongekend (en voor mij onbegrijpelijk) populair is, hebben de gebruikers van dat platform hun ziel en zaligheid in handen van deze lieden gelegd. Wie of wat tiktok is? Het kan niet anders dan dat de overheid in deze kapitalistisch/communistische dictatuur een dikke vinger in die flauwe entertainment-pap heeft. We weten van ISIS en Al Qaida ook dat foto’s en video’s berichten kunnen bevatten die onzichtbaar verwerkt zijn in die software. Ook als het lampje van onze computer camera uit staat, kan het gebruikt worden, net als de microfoon. Duidelijk is dat op deze manier een ware schat aan informatie kan ontstaan. Met voldoende mankracht om deze informatie te bestuderen, zou China best wel eens in staat kunnen zijn om alle zwaktes in onze samenleving te gebruiken om ons te verdelen, zoals Machiavelli ooit aan de machthebbers in zijn tijd leerde.